“Nadat in het Westen een zeepbel is gebarsten, blijft er vaak weinig over. In China is dat anders.”

Als je voor een fengtou (vertaald als een “luchtschacht”, letterlijk “een plaats waar het trekt”) staat, dan kan zelfs een varken vliegen. Zo gaat het adagium in de Chinese zakenwereld. Vrij vertaald, als het zakelijke klimaat goed zit, dan komt elke beginnende business wel van de grond.

In China gebeurt dit volgens een unieke dynamiek: het initieel marktsucces van een nieuw bedrijf of concept spoort opportunistische ondernemers aan een zaak te starten in exact dezelfde niche. Durfkapitalisten laten vervolgens hun megafondsen los op de markt en de uitgesproken steun van de nationale overheid is de ultieme katalysator. Elke ietwat competente ondernemer kan vervolgens geld ophalen om aan zijn/haar bedrijf te beginnen. Oude reuzen openen nieuwe business units en begeven zich in nieuwe zakelijke wateren. 

Zo zijn er de afgelopen jaren een aantal van die fengtous geweest in China, denk maar aan de buitenlandse vastgoedwoede van 2014-2015 waarbij elke vastgoedpresentatie steevast begon met een verwijzing naar het Belt & Road Initiative (het Chinese beleid om haar buurlanden en  Europa te ontsluiten vanuit China door enorme infrastructuurprojecten). Of strooifietsenrage van 2017. Of de opkomst van vele fabrikanten van elektrische wagens in 2018.

Zijn dit dan niet gewoon bubbels zoals we die kennen in het Westen, zoals de dotcombubbel van de jaren ’90 of de vastgoedbubbel van de jaren ‘00? Niet echt. Want nadat een bubbel barst in het Westen, blijft er vaak weinig over. In China is dat anders – wanneer de winnaars de verliezers incorporeren of opkopen zijn ondertussen vaak de fundamenten van een nieuwe industrie en haar logistieke keten al gebouwd. Rages worden trends en uiteindelijk worden die het nieuwe normaal. 

Als ik om me heen kijk in Chengdu zie ik alle kenmerken van een nieuwe fengtou: de bewegingseconomie die de Chinezen aan het sporten moet krijgen en hen een gezondere levensstijl moet aanmeten. Elke maand worden tientallen fitnesscentra, ‘lifestyle clinics’ en nieuwe sportclubs geopend, en dat tot mijn voordeel want sinds kort kent Chengdu ook een padelclub. Padel vond haar weg naar Chengdu, dankzij mevrouw Wang, zo leer ik bij een bezoek aan haar club. Ze is zelf tenniscoach en ze had op tennisstage in Spanje de sport ontdekt die ondertussen in zijn bakermat qua populariteit enkel koning voetbal voor zich moeten laten gaan. Samen met enkele andere tenniscoaches en een externe investeerder startten ze een club in Chengdu. Wanneer ik rondleiding krijg in de club, merk ik meteen de standaardlessen van het Chinese zakendoen op: 

Les 1: de eerste zijn maakt niet uit, schaal wel. Eén veldje aanleggen is niet de markt uittesten en slim ondernemen, maar het marktonderzoek doen en de rode loper uitrollen voor de concurrentie. Op zijn Belgisch een tanende tennisclub voorzichtjes transformeren naar een padelclub en daarbij op eieren lopen om de gevoelens te sparen van de tennis-anciens die hun neus ophalen voor de verbastering van hun nobele sport, dat zit er hier niet in. Een concept dat aanslaat wordt razendsnel gekopieerd. Vandaar hier niet één court, maar meteen twaalf courts. Gebouwd op de groei. 

Les 2: 70% is goed genoeg. Het moet niet allemaal perfect zijn van in het begin zolang je maar snel schaalt. En zo is er hier zeker wel wat mis gegaan. De velden werden gemodelleerd naar de courts die ze in Zuid-Spanje hadden gezien, waar nauwelijks een druppel regen valt. Een paar plensbuien die zo kenmerkend zijn voor het lokale subtropisch klimaat en de velden staan blank. 

Les 3: enkel groei kan je redden. Uitdagingen en problemen bij het runnen van een nieuwe business zijn er sowieso, en die oplossen kan enkel door op te schalen. Zo blijf je ook de concurrentie voor, want reken maar dat die absoluut niet stil zit. De ondernemers halen investeringen op, bouwen nieuwe clubs en lossen ondertussen de fouten op die ze gemaakt hebben in hun eerste iteraties.

Op een zonnige zondagmiddag kom ik terug langs bij de padelclub: de weergoden zijn ditmaal gunstig gestemd en elk veld is ingenomen. In de hoek zijn de kinderkampen aan de gang, rechts achter houden lokale schoonheden een fotoshoot in volle padeltenue, met op de achtergrond het New Century Global Center (’s werelds grootste gebouw qua vloeroppervlakte, met 1,7 miljoen m²). Het center court is voorbehouden voor een voormalig lid van de Chinese mannentennisploeg die er sinds kort elke dag te vinden is. Het terras zit vol, de club leeft. Dit varken zou wel eens kunnen gaan vliegen.